Koperen Kees
Het nulpunt is een referentiepunt op het podium waaruit op een standaardmanier gemeten kan worden. In een prosceniumtheater is het nulpunt meestal de plaats waar de middellijn van het podium en de zaal de lijn van het gordijn raakt.
Het nulpunt (Q3660) is een markering op het podium en dient als referentiepunt voor alle afdelingen in het theater. In prosceniumtheaters loopt de middellijn van het podium naar het podium en definieert een spiegelsymmetrie rond een centrale as voor zowel het podium als de zaal. Haaks op de middellijn staat de instellijn, die meestal wordt bepaald door de achterkant van de prosceniumboog, of de lijn iets naar boven waar het gordijn of de 'huistabs' vallen, of waar het veiligheidsgordijn (de 'ijzeren' ) ontmoet het podium wanneer het wordt neergelaten. De zetlijn wordt daarom ook wel de ‘gipslijn’ (waar het sierpleisterwerk van de zaal eindigt), ‘gordijnlijn’ of ‘ijzerlijn’ genoemd. Waar de instellijn en de middellijn samenkomen, is het nulpunt – ook wel het middelpunt of het instelpunt genoemd.
Het nulpunt is een essentieel hulpmiddel bij het plannen van producties. Het geeft een referentiepunt voor het plaatsen van decors en licht, geluid en andere technische apparatuur. Het nulpunt, met de middellijn en de instellijn, zijn gemarkeerd op plannen, zodat alle afdelingen een gemeenschappelijke referentie hebben, om fouten en misverstanden te voorkomen. Bij het plaatsen van decors of apparatuur op het podium kan gemeten worden vanaf het nulpunt, op basis van de op de plattegrond weergegeven maten. Het nulpunt is daarom een essentieel hulpmiddel bij het vertalen van een tekening van de ruimte naar de daadwerkelijke ruimte.
Het nulpunt is vooral belangrijk bij rondtoeren. Technici en ontwerpers die in hun eigen theater werken, leren wat past en wat de belangrijkste afmetingen zijn, maar voor een productie die in veel verschillende theaters moet passen, elk verschillend in grootte en vorm, is het hebben van een systeem om metingen te doen van vitaal belang. Ontwerpers, technische- en productiemanagers kunnen hun reizende productie plannen door een tekening van de set over een tekening van elke locatie te leggen, de nulpunten uit te lijnen, om te zien of het decor in elk theater past, en om de nodige aanpassingen door te voeren.
In het midden van de 20e eeuw maakte de ontwikkeling van grote, complexe en driedimensionale decors het standaardiseren van referentiesystemen essentieel. Met name de groeiende complexiteit van licht-, geluids- en videosystemen, die een zeer nauwkeurige positionering vereisen om te werken zoals bedoeld, heeft de behoefte aan gedetailleerde planning van hoe alles in de ruimte in elkaar past enorm vergroot. Een standaardsysteem van referentiepunten is fundamenteel voor dit werk.
Het nulpunt is niet alleen een conceptueel punt, het wordt vaak fysiek gemarkeerd op het podium. Dit wordt meestal gedaan met een kleine koperen plaat ingebed in het podiumoppervlak, met het nulpunt erin gegraveerd. In Nederland krijgt het nulpunt de naam Koperen Kees, wat suggereert dat het merkteken van koper is, hoewel het meestal van messing is. Het staat als merk in bijna elk theater en dankt zijn naam aan Kees van der Wilk die de eerste technische inventarisaties deed. Tegenwoordig worden de technische inventarissen en de digitale tekeningen beheerd door de Stichting Teken, opgericht door Bert Middelweerd. Sinds de jaren negentig draait hij ‘Bronzen Bert’ in de bioscoop.
Het nulpunt, gebruikt door de scenische en technische afdelingen, is niet het enige referentiesysteem dat op het podium wordt gebruikt. Lichtontwerpers verdelen de podiumruimte vaak in gebieden, die elk afzonderlijk worden verlicht om een 'gebiedsdekking' te geven. Tijdens het scherpstellen markeren ze deze gebieden soms tijdelijk met krijt of plakband. In repertoiretheaters kunnen rasters op een podiumdoek worden gemarkeerd om de lichten te helpen focussen, wanneer het eigenlijke decorstuk dat moet worden verlicht niet op het podium staat. Choreografen kunnen ook de voorkant van het podium met nummers markeren om dansers te helpen zichzelf te lokaliseren.
Het concept van het nulpunt, gedefinieerd door een veronderstelde middellijn en prosceniumlijn, is vooral gerelateerd aan theaters met prosceniumbogen. De toename van theaters die geen prosceniumpodia zijn, heeft het nulpunt in twijfel getrokken, zowel praktisch als conceptueel. Voor een theater in de ronde, of een stuwpodium, of een traverse met publiek aan weerszijden, waar is het universeel begrepen referentiepunt? In een prosceniumboog is 'downstage center', waar het nulpunt is, de krachtigste positie voor een acteur om het publiek toe te spreken, maar waar is die positie in andere soorten ruimtes? Het nulpunt is een praktische methode om communicatiefouten en -storingen te elimineren, maar het herinnert ons er ook aan dat proxemics - de manier waarop mensen zich ruimtelijk tot elkaar verhouden - fundamenteel is voor de theaterervaring.