Difference between revisions of "Het Asphaleia Systeem"

From CanonBase
(Created page with "''In de 19e eeuw brandden de houten theaters, verlicht door open vuur, vaak af, soms met groot verlies aan mensenlevens en altijd met financiële kosten. Het Asphaleia systeem...")
 
 
Line 9: Line 9:
 
De bedenker van de machines van het Asphaleia-systeem was de Weense ingenieur Robert Gwinner. Zijn ontwerpen voor toneelapparatuur werden gebruikt in vele andere theaters, waaronder het Landestheater in Praag, het Raimundtheater in Wenen, de nieuwgebouwde theaters in Halle an der Saale, Göggingen bij Augsburg, het Theatre Royal, Drury Lane in Londen, en het Great theatre in Chicago. In 1882 kregen Gwinner en Co. het patent op een "theatermachine die een perfecte mobiliteit van de toneelonderdelen biedt met een perfecte veiligheid in elk opzicht".  
 
De bedenker van de machines van het Asphaleia-systeem was de Weense ingenieur Robert Gwinner. Zijn ontwerpen voor toneelapparatuur werden gebruikt in vele andere theaters, waaronder het Landestheater in Praag, het Raimundtheater in Wenen, de nieuwgebouwde theaters in Halle an der Saale, Göggingen bij Augsburg, het Theatre Royal, Drury Lane in Londen, en het Great theatre in Chicago. In 1882 kregen Gwinner en Co. het patent op een "theatermachine die een perfecte mobiliteit van de toneelonderdelen biedt met een perfecte veiligheid in elk opzicht".  
  
[[File:IO2 I.06 03.jpg|300px|thumb|right|Flying at the Budapest Opera House]]  
+
[[File:IO2 I.06 03.jpg|300px|thumb|right|Vliegen in de Opera van Boedapest]]  
 
[[File:IO2 I.06 04.jpeg|300px|thumb|right|Hydraulische liften bij de Opera van Boedapest]].  
 
[[File:IO2 I.06 04.jpeg|300px|thumb|right|Hydraulische liften bij de Opera van Boedapest]].  
  

Latest revision as of 20:37, 29 April 2023

In de 19e eeuw brandden de houten theaters, verlicht door open vuur, vaak af, soms met groot verlies aan mensenlevens en altijd met financiële kosten. Het Asphaleia systeem voor het bouwen van podia stelde veiligheid voorop op alle gebieden van de theaterproductie.

Asphaleia Podium in de Opera van Boedapest, 1884

De Weense ingenieursvereniging Asphaleia (Gesellschaft zur Herstellung zeitgemässer Theater 'Asphaleia') ontwikkelde een uitgebreid theaterbouwconcept tegen het einde van de 19e eeuw. Veiligheid, het Griekse woord asphaleia, stond voorop, maar ook esthetische criteria zoals zichtlijnen en volledig elektrische verlichting werden meegerekend. Het systeem van toneelmachines legde de basis voor moderniteit, waarbij hydrauliek de handmatige bediening verving.

Het Asphaleia-systeem was bedacht door de ingenieur Gwinner en de decoratieschilder van de hoftheaters Johann Kautsky, beiden uit Wenen. Het systeem was een reactie op de Ringtheaterbrand (Q696), die aanleiding gaf tot strenge veiligheidsvoorschriften in de theaterbouw; het verving het tot dan toe gebruikelijke hout als bouwmateriaal door ijzer, en bracht een aantal verbeteringen in de toneelmachines. De Asphaleia Society ontwierp brandvrije toneelmachines met een stalen structuur die door waterhydrauliek in beweging werd gebracht. Dit ingenieuze ontwerp werd voor het eerst gerealiseerd in 1884 in Boedapest op het toneel van het operahuis dat was ontworpen door Miklós Ybl en vervolgens in slechts tien maanden werd gebouwd (Q7696).

De bedenker van de machines van het Asphaleia-systeem was de Weense ingenieur Robert Gwinner. Zijn ontwerpen voor toneelapparatuur werden gebruikt in vele andere theaters, waaronder het Landestheater in Praag, het Raimundtheater in Wenen, de nieuwgebouwde theaters in Halle an der Saale, Göggingen bij Augsburg, het Theatre Royal, Drury Lane in Londen, en het Great theatre in Chicago. In 1882 kregen Gwinner en Co. het patent op een "theatermachine die een perfecte mobiliteit van de toneelonderdelen biedt met een perfecte veiligheid in elk opzicht".

Vliegen in de Opera van Boedapest
Hydraulische liften bij de Opera van Boedapest

.

Het waren echter niet alleen veiligheidsaspecten die de Aspahleia Society inspireerden tot het nieuwe theaterbouwconcept. Zij zagen het brandrisico in de context van een dringend noodzakelijke hervorming van het theater, dat zij niet alleen onveilig achtten in zijn traditionele vorm, maar ook esthetisch ongeschikt om aan de hedendaagse eisen te voldoen. Het vorige coulissen-/scenariosysteem kon geen totale illusie creëren, maar hooguit een situatie suggereren. Het decor moest de stap maken van het platte naar het plastische, van het tweedimensionale naar het driedimensionale. De Asphaleia Society riep daarom op tot een complete, state-of-the-art systeemverandering in het theater. De focus lag op het podiumsysteem, met name de toneelmachines, waar zij het grootste risico op brand zagen. In die tijd waren de podia gebouwd van gemakkelijk brandbaar hout, en moesten ze worden vervangen door staal.

Het stadstheatergebouw in Halle in Duitsland (Q8074) verving een houten voorganger in 1883-1886. Door de kracht van hydraulische machines konden vijf segmenten van het toneel als platform worden uitgeschoven, neergelaten, schuin konden staan en zelfs schommelen. Een halfrond cyclorama nam de plaats in van de vroegere coulissen en decor. Hydraulica dreef ook de vliegmachines aan. Het hydraulische systeem verving volledig de handmatige bediening van het toneel, wat voor die tijd revolutionair was. Een besturingssysteem maakte de bediening door slechts één persoon mogelijk. Hierdoor, zo was men ervan overtuigd, kon ook het aantal slecht gekwalificeerde toneelknechten worden verminderd en daarmee het risico op ongelukken. Daarom eiste het Aspahleia-systeem ook de invoering en verbetering van de opleiding van theatermachinisten.

De veiligheidsinstallatie omvatte een ronde ijzeren buis rondom de zaal en de toneeltoren. Van daaruit liepen verticale buizen naar alle verdiepingen om in geval van brand water uit de kelder naar alle delen van het gebouw te transporteren. De elektriciteit werd opgewekt door twee stoommachines van 60 pk in hun eigen kelder, zodat de volledige verlichting kon worden verwezenlijkt, waardoor het brandgevaar in vergelijking met de vroegere gasverlichting sterk werd verminderd. Er was ook een tweede systeem van noodverlichting.

Het Asphaleia-systeem begon met een zorg voor veiligheid, en veel van de veiligheidsinnovaties die het introduceerde zijn nog steeds te zien in theaters: stalen constructie van de podiumstructuur en vliegende systemen. Secundaire verlichting in geval van stroomuitval van het hoofdsysteem, drencher-systemen om in geval van brand grote hoeveelheden water te sproeien. Aangedreven machines hebben de behoefte aan manuele handelingen verminderd en hebben het mogelijk gemaakt veiligheidsmechanismen in te bouwen. Maar de allesomvattende aanpak van het Asphaleia-systeem voor alle aspecten van de theaterproductie luidde ook een nieuw tijdperk van podiumontwerp in. Het maakte een einde aan de 400-jarige heerschappij van het houten podium en legde de basis voor de huidige gemechaniseerde podiumsystemen. De illusies van de vroegere podia werden vervangen door een ruimtelijk podiumontwerp, wat nieuwe artistieke mogelijkheden opende voor het moderne theater met elektrische toneelverlichting. Het gepatenteerde podiumsysteem van Asphaleia met zijn ingenieuze technische oplossingen werd later geïnstalleerd in theaters over de hele wereld (A.06). Elke podiumtechniek van vandaag is een verdere ontwikkeling van het Asphaleia-systeem.

Wikidata