Aankleden van de scene

From CanonBase

Het eerste scenario

In het Griekse theater bestond het eerste decor dat specifiek was voor het stuk uit geschilderde panelen met algemene scènes, gemonteerd op de skene achter op het toneel, of op draaiende periaktoi

Het begrip scenografie kom van het Griekse woord scene wat toneel of scènebouw betekent, en grapho, wat beschrijven betekent. Aristoteles schreef zijn werk Poetica over het verschijnen van 'skenographia, of geschilderde scènes die de plaats waar de actie plaatsvond weergaven. Vitruvius (Q467) stelde dat Agatharchus (Q433) de uitvinder was van de scenografie en de eerste bekende schilder die het grafisch perspectief op grote schaal gebruikte. Tussen de datum waarop Sophocles zijn eerste stuk schreef (468 v.C.)en de dood van Aeschylus, twaalf jaar later, werd belangrijke vooruitgang geboekt in het schilderen van scènes.

Cubiculum (slaapkamer) van de Villa van P. Fannius Synistor in Boscoreale, Roman

In de begintijd van de Griekse tragedie bestond de scenografie uit een groot object dat in het orkest werd geplaatst. Het kon een altaar, een toren of een tombe zijn, zoals in Aeschylus' toneelstukken De Supplianten,Zeven tegen Thebe en De Perzen. Volgens Aristoteles introduceerde Aeschylus de eerste geschilderde scenografie in het theatre of Dionysos (Q7829) in Athene rond 505-456 v.C.

Oorspronkelijk bestond de skene uit een kleine tijdelijke constructie waar de acteurs zijn masker en soms zijn kostuum kon verwisselen. Daar de perifere ligging en de geringe afmetingen werd het zicht van de toeschouwers op het omringde landschap niet belemmerd. Geleidelijk aan werd de skene groter, en tegen het einde van de 1e eeuw v.C. werd hij in steen gebouwd. In het vroege hellenistische theater was het episkenion de tweede verdieping van de Griekse skene. De gevel werd geperforeerd door een of meer openingen, de zogenaamde thyromata. Deze konden worden voorzien van pinakes: geschilderde panelen of flats die locaties voorstelden tijdens voorstellingen en gemakkelijk konden worden veranderd als dat nodig was, maar niet tijdens de voorstelling. Perikatoi (A.01) konden ook in deze openingen passen of gewoon op het toneel worden geplaatst. Dit waren driezijdig beschilderde flats op een driehoekige basis die in drie verschillende posities konden draaien en drie verschillende plaatsen van handeling (wolken, bergen, de zee, een tuin...) voor het publiek konden laten zien. Decorwisselingen in tragedies waren uitzonderlijk, alleen in komedies kwamen ze vaker voor en werden ze in het zicht uitgevoerd.

33 Griekse tragedies zijn tot op heden bewaard gebleven; 25 daarvan spelen zich af voor een tempel, paleis of graftombe, 4 voor de tent, hut of grot van een legerleider, 4 in een open landschap, 1 op een berg en 2 in een landschap of heilige plaats. Dit betekent dat ten minste twee derde van de plaatsen zou overeenkomen met een architectonische achtergrond die generiek zou kunnen lijken op een tempel, paleis of graftombe, letterlijk geschilderd maar ook op een metaforische manier. De interactie van de verschillende scenische elementen met de andere spectaculaire effecten (machines en geluid) droeg bij tot het opwekken van de illusie.
Euripides op het Podium, ΗΡΑΚΛΗΣ ΜΑΙΝΟΜΕΝΟΣ - Heracles’ Waanzin

Veel geleerden geloven dat antieke kunstenaars bepaalde visuele verschijnselen weergaven met behulp van 'intuïtief perspectief', wat betekent dat ze geen duidelijk systeem van perspectief hadden. Volgens Vitruvius (Q467) werd Apatorius van Alabanda (31-13 v.C.), schilder van het theater van Tralles in Lydie, door de wiskundige Licymnios gegeseld voor de onjuiste weergave van daken. Hij zou het perspectief opnieuw hebben geschilderd volgens de specificaties van de wiskundige. De Romeinse muurschilderingen in Boscoreale en Pompeï, waarvan wordt aangenomen dat het kopieën zijn van Griekse werken, vertonen wetten van het perspectief. Dit komt omdat de onderkant en de bovenkant van het beeldvlak gebogen waren, wat nabootst hoe twee ogen de ruimte bekijken.

Tekening van episkenion en thyromata © Thomas G. Hines, Withman College

Apollodorus Skiagraphos was een invloedrijke oude Griekse schilder uit de 5e eeuw v.C. die werkte als muurschilder en een techniek naliet die bekend staat als skiagraphia. Hij kon licht en kleur laten verlopen om zo zijn schilderijen van schaduw te voorzien. Daarom staat hij bekend als de uitvinder van het clair-obscur. Deze schaduwtechniek gebruikt gearceerde gebieden om de illusie van zowel schaduw als volume te geven. Plinius noemde hem Apollodius uit Athene, de 'eerste die zijn figuren de schijn van werkelijkheid gaf'.

Andere Grieken die bekend staan om hun scenografieën: Anaxagoras (500-428 v.C.) leerde van Agatharchus, Clisthenes en zijn zoon Menedemus (450 v.C.), alsook Epiklytes (274 v.C.) van het Delos Theater. Dioskurides (100 v.C.) maakte twee mozaïekschilderingen die wellicht pinakes van het hellenistisch toneel laten zien.

De Grieken van de Oudheid legden een relatie tussen theater en schilderkunst - ingebed in de term 'scenografie' - die een constante is geweest gedurende een groot deel van de geschiedenis van het westerse theater. Tegenwoordig, terwijl de scenografie zich in een periode van verval bevindt, vervult het geprojecteerde beeld een soortgelijke rol - de scène binnen de scène.

Wikidata