Geschreven

From CanonBase

Documenteren van toneelhandelingen en technieken

De toneeltekst is een essentieel middel om te communiceren hoe een toneelstuk moet worden opgevoerd, met daarin de tekst van de acteurs, maar ook informatie over de enscenering van de voorstelling. De hedendaagse toneeltekst was in de Middeleeuwen echter onbekend.

Jean Fouquet - Het Martelaarschap van Sint Apollonia

Middeleeuws theater was heel anders dan dat van vandaag. Toneelstukken werden opgevoerd in geïmproviseerde ruimtes, vaak buiten. De religieuze toneelstukken, die episodes uit de bijbel voorstelden, werden niet opgevoerd door professionals, maar door gewone mensen onder toezicht van kerkelijke, burgerlijke of gilde-autoriteiten. Er zaten soms meerdere jaren tussen twee opvoeringen. Toneelstukken werden gedocumenteerd door middel van scripts, zowel als een reeks instructies voor toekomstige opvoeringen, als een verslag van wat er was gebeurd voor toekomstige referentie.

De dirigentenrol was een regieschrift dat in het laatmiddeleeuwse theater werd gebruikt. In tegenstelling tot de meeste geschriften uit die tijd was het ontworpen als een boekrol. De Regens of Magister Ludi (Latijn voor 'toneelregisseurs') gebruikten het om de opvoering van het drama te regisseren. In tegenstelling tot de meeste moderne scripts bevatte het niet alleen de tekst en toneelaanwijzingen, maar ook nauwkeurige instructies voor de opbouw van het toneel en het decor, de kostuums en de make-up. Het bevatte ook praktische aantekeningen voor de opvoering, waaronder een lijst van personen en de sleutelwoorden voor de acteurs.

Enkele van de bekendste dirigeerrollen zijn de verslagen van het Frankfurtse Passiespel uit het begin van de 14e eeuw, het Alsfeldse Passiespel, het Friedbergse Processiespel (1465) en het zogenaamde Sterzinger Szenar, een versie van het Neidhartspiel (een toneelstuk van de 13e-eeuwse dichter Neidhart).

De Frankfurtse dirigentenrol beschrijft het oudste meerdaagse Passiespel en is de oudst bekende vermelding van een regieboek. De rol is meer dan vier meter lang en draagt de titel "Incipit ordo siue registrum de passione domini" ("hier begint de orde of het register van het lijdensverhaal van de Heer") en de eindnoot "ludo fiat finis" ("laat het spel eindigen"). Het bestaat uit acht stroken perkament die tot een rol aan elkaar zijn geplakt en heeft een doorlopende tekst zonder onderbrekingen. De rol gebruikt rode en zwarte inkt om de rubric (instructies) te onderscheiden van de tekst, een methode die toen gebruikelijk was in liturgische manuscripten. Net zoals een moderne toneelmeester de tekst van de prompt in verschillende kleuren zou kunnen markeren om informatie sneller te vinden. De rol heeft talrijke wijzigingen en toevoegingen in de marge - zowel in de gesproken tekst als in de instructies - die getuigen van de veranderingen in de uitvoeringspraktijk van het stuk in de eerste helft van de 14e eeuw. De wijzigingen, die slechts iets nieuwer zijn dan de basistekst, zijn ten minste gedeeltelijk door de oorspronkelijke schrijver aangebracht.

Het Engelse theater in de Middeleeuwen maakte ook gebruik van een hoofdtekst, die naast de gesproken woorden ook de regieaanwijzingen bevatte. Deze werden vaker gebonden als boek, dan als boekrol, maar het principe is hetzelfde. Er werd opnieuw gebruik gemaakt van rode en zwarte inkt. Alle toneelstukken hadden een basisversie van de tekst, waarvan er delen konden worden gekopieerd. Sommige delen bestonden uit enkel de regels voor één acteur, met een woord of korte zin van de voorafgaande regel als aanwijzing. Acteurs lazen dus niet het hele stuk, maar leerden alleen hun eigen tekst en de cue waarop ze moesten reageren. Acteurs kregen alleen hun deel uitgeschreven, terwijl de hoofdkopie van het stuk in het bezit was van de burgerlijke autoriteiten als bewijs van de toegestane tekst die mocht worden opgevoerd. Alle kopieën moesten worden gecontroleerd aan de hand van de hoofdversie.

File:Jean Fouquet - Het martelaarschap van Sint Apollonia - WGA08031.jpg
Jean Fouquet - Het martelaarschap van Sint Apollonia

De regieaanwijzingen werden meestal na de voorstelling geschreven - het was dus een terugblik op wat er tijdens de voorstelling was gebeurd. Het waren soms ook aanwijzingen voor toekomstige uitvoerders. Toneelaanwijzingen konden praktische informatie bevatten over hoe men toneeleffecten moest creëren, waaronder gewelddadige handelingen zoals moorden en ophangingen of wonderen zoals water uit de grond laten ontspringen. In het laat 12e eeuwse toneelstuk "Le Mystère D'Adam" wordt beschreven hoe de moord op Abel door Kaïn veilig kan worden opgevoerd:

Dan zal Abel zich naar het oosten buigen. En hij zal een pot verborgen hebben in zijn kleren, waarmee Kaïn zal slaan alsof hij Abel echt doodt. Abel zal bovendien neerliggen, alsof hij dood was.

Of dit voorbeeld uit de Lucern Passion Play, waar Mozes op de aarde moet slaan om een waterbron te creëren:

Nu komt het water met volle kracht. Ze rennen allemaal, in een menigte, om te kunnen drinken. Opmerking: de rots moet kunstmatig worden gemaakt. Een vat waarin een flinke hoeveelheid water kan worden opgevangen onder een deksel. Zo opgesteld en gemaakt dat het op een rots lijkt met op drie of vier plaatsen glazen of koperen longen die Mozes eruit slaat als het water moet stromen.

In een wereld waar toneelstukken met tussenpozen werden opgevoerd, door mensen die geen voltijdse theatermakers waren, speelde de toneeltekst een essentiële rol. Daarin werd niet alleen tekst vastgelegd en doorgegeven, maar ook de andere handelingen en - van cruciaal belang - de ensceneringsmethoden en de technieken waarmee ze konden worden uitgevoerd om het gewenste effect te bereiken.

Wikidata